In mijn echtscheidingspraktijk loop je niet alleen tegen mensenzaken aan, maar ook tegen dierenzaken. Dit kan soms merkwaardige situaties teweeg brengen en ook zeer emotionele. Dat is begrijpelijk, want hoe zit het met dit gezinslid dat vaak als één van de kinderen wordt beschouwd?
Hond vergelijkbaar met een kind?
Er bestaat een Wet Dieren. Onder invloed van deze wet is dit jaar in het Burgerlijk Wetboek bepaald dat een dier geen zaak of ding is, zoals een bankstel of TV. Het houden van een dier is niet vrijblijvend. De overheid stelt daaraan regels die ondermeer met het welzijn van het dier te maken hebben. Zo moet je de eigenwaarde van dieren erkennen als wezens met gevoel. Op een dier moet je goed passen qua gezondheid en goede voeding. Toch volgt het dier in de praktijk de (financiële) situatie van de eigenaar, bijvoorbeeld bij een faillissement, huisontruiming of echtscheiding. Op dit vlak is het welzijn van een hond vergelijkbaar met dat van een kind.
Maar toch stelt de wet dat de wettelijke regels die betrekking hebben op zaken van toepassing zijn op dieren. Kortom, bij een echtscheiding zijn op de hond vrijwel dezelfde regels van toepassing als op het bankstel.
Wie krijgt de hond als er huwelijksvoorwaarden zijn of je woont samen?
Op zich is dat heel eenvoudig. De hond gaat naar degene van wie de hond is. Er is geen gemeenschap van goederen, dus de hond hoeft niet aan één van partijen te worden toegedeeld.
Maar wat als beide ex-partners de hond claimen? Dan wordt gekeken naar wie de hond heeft gekocht en betaald of op wiens naam de hond staat als het een hond met een chip is of met een stamboom.
Echter, een auto kan ook door beide partners zijn aangeschaft en op naam van één van hen geregistreerd staan. Zij zijn dan toch samen eigenaar. In een dergelijk geval zal, net zoals met de auto, toedeling van de hond plaatsvinden volgens de regels van de wettelijke gemeenschap van goederen.
Hoe bij een wettelijke gemeenschap van goederen?
Hier zal vaak een belangenafweging spelen. Wie heeft bijvoorbeeld een bijzondere band met de hond? Moet de hond met de kinderen mee? Wie kan financieel het beste voor de hond zorgen? Is er voldoende ruimte voor opvang van de hond? Enzovoorts.
Degene aan wie de hond wordt toegedeeld zal in dat geval de helft van de waarde van de hond aan de andere moeten vergoeden, indien er een financiële waarde aan valt toe te kennen.
Omgangsregeling en alimentatie voor de hond.
De rechtszaak over de prinselijke hond Paco van Edwin de Roy van Zuydewijn en prinses Margarita is een voorbeeld die menig Nederlander nog wel bekend voorkomt. De rechter oordeelde in deze zaak ook in dit geval heel zakelijk. De hond was eigendom van haar en dat gaf hem niet het recht een omgangsregeling af te dwingen.
De rechter acht de wetgeving met betrekking tot omgangsregelingen alleen van toepassing op kinderen en niet op dieren omdat een hond een zaak is en een kind niet. Wel zou een gebruiksregeling voor de hond kunnen worden gevraagd. Daarbij dient het welzijn van het dier in aanmerking te worden genomen. In de praktijk is het maar de vraag of een hond gebaat is met twee bazen op twee adressen. Vaak raakt zo'n beest daarvan alleen maar in de war; zo stellen deskundigen. Dit wil overigens niet zeggen dat een overeengekomen omgangsregeling verkeerd zal uitpakken. Het is bijvoorbeeld goed mogelijk dat tijdens de vakanties of op gezette tijden afspraken worden gemaakt over het uitlaten van de hond. Daartoe is goede communicatie van belang. Is dit verstoord, dan kan mediation uitkomst bieden, ook als het gaat over de "alimentatie" voor de lieve lobbes!