UIT DE NOTARISPRAKTIJK Sneeker Nieuwsblad feb.09.
Als echtscheidings-/familie notaris valt het mij op dat ook samenwonenden zich steeds vaker tot ons wenden voor het regelen van de ontbinding van hun relatie, met name als er kinderen bij betrokken zijn.
De beëindiging van een samenwoningsrelatie is zeker niet minder heftig dan de beëindiging van een huwelijk. Het enige verschil is dat er nog geen wettelijke formaliteiten gelden. Er komt tot nu toe geen rechtbank aan te pas en de vaststelling van partneralimentatie speelt in de regel niet.
Wel zal er van alles geregeld moeten worden, het liefst in goed overleg. Als dat laatste door allerlei omstandigheden maar moeizaam gaat biedt mediation uitkomst. Je wilt immers iets dat goed is begonnen ook goed afronden. Daarnaast: bedenk dat je als partners uit elkaar gaat, maar als ouders contact zult moeten blijven houden. Ouder ben je immers levenslang.
De gang naar de rechter is soms onvermijdelijk indien er verschil van mening bestaat over aangelegenheden die de kinderen betreffen. Per 1 maart aanstaande zal de rechter op grond van de Wet Bevordering Voortgezet Ouderschap en Zorgvuldige Scheiding ook bij samenwoners niet eerder een beslissing nemen over dat soort aangelegenheden dan nadat een ouderschapsplan door hen is opgesteld.
Vanuit het oogpunt van de bescherming van kinderen wil de wetgever invoeren dat alle ouders die uit elkaar gaan met elkaar afspraken maken over de situatie van de kinderen na de scheiding, óók als die ouders ongehuwd zijn.
De wet geeft elke ouder die het gezag over het kind heeft het recht het kind te mogen verzorgen en op te voeden, maar ook de plicht daartoe. Daarbij wordt uitgegaan van een gelijkwaardig recht voor beide ouders.
De tussen partijen gemaakte afspraken leg ik vast in een scheidingsconvenant. Van dit scheidingsconvenant maakt het kinderconvenant een wezenlijk onderdeel uit. Daarin wordt namelijk het ouderschapsplan opgenomen.
Dit plan geeft aan hoe ouders hun zorg- en opvoedingstaken verdelen en hoe het recht dan wel de plicht tot omgang is uitgewerkt. Verder wordt de wijze waarop ouders elkaar informatie verschaffen en hoe zij elkaar zullen raadplegen over gewichtige aangelegenheden met betrekking tot hun minderjarige kind(eren) uitgewerkt.
De onderlinge verdeling van de zorg- en opvoedingstaken in samenhang met ieders andere taken binnens- en buitenshuis, hoe ziet ieder de verdere opvoeding, hoe wordt hierover gecommuniceerd en tot slot hoe wordt de zorg, opvoeding en studie van de kinderen gefinancierd? Wie betaalt wat, oftewel hoe zit het met de kinderalimentatie? Gaat men uit van een co-ouderschap of van een omgangsregeling? Moet het ouderschapsplan, gezien de verschillende levensfasen van de kinderen, ook bij tijd en wijle worden bijgesteld? Dit zijn allemaal aspecten die in het ouderschapsplan aan bod komen.
Hoe de wet handen en voeten zal gaan geven aan de verplichting tot het opmaken en laten toetsen van het ouderschapsplan van uit elkaar gaande samenwoners met minderjarige kinderen, is nog een vraag. Bij gehuwden is dat namelijk gemakkelijker te realiseren. De echtscheiding wordt daar pas uitgesproken als het ouderschapsplan is goedgekeurd. Bij samenwoners bestaat dit toetsingsmoment niet.
Nu bijna de helft van de samenwoners een samenlevingscontract opstelt, is het wellicht een idee om ook de verplichting tot het opmaken van een ouderschapsplan daarin op te nemen. Je maakt een dergelijk contract immers om zaken voor nu en voor later te regelen, voor als……..