Uit de Notarispraktijk. Sneeker Nieuwsblad april 2009
In de praktijk kom je vaak tegen dat de ene partner bij het samenwonen bij de ander intrekt in diens woning. Al heel snel gaat al het inkomen in één pot waaruit de huishoudkosten worden voldaan. Gaat de centrale verwarming stuk of moet de lekkende dakgoot of wc-pot worden gerepareerd of vernieuwd, dan worden die kosten veelal ook uit die ene pot voldaan. Is de pot leeg, dan neemt men geld op van de spaarrekening.
Zolang men een goede relatie heeft, is er niets aan de hand. Keert echter het tij, dan kan het heel anders worden.
Zo heeft de Hoge Raad in 2008 nog een uitspraak gedaan in een zaak waarin een man een vordering had ingesteld jegens zijn voormalige levenspartner wegens ongerechtvaardigde verrijking. De man had behoorlijk wat werkzaamheden verricht aan de aan de vrouw toebehorende woning met winkel. Hij vond dat de vrouw daardoor verrijkt was en dat zij hem daarvoor een vergoeding moest betalen. De Rechtbank en het Hof die zich over deze zaak hebben gebogen, waren van oordeel dat de man slechts gelijk zou krijgen indien het pand van de vrouw door de (mede door de man gefinancierde) verbouwing in waarde zou stijgen. Dat was hier evenwel niet het geval.
De Hoge Raad vond echter dat, ook al was het pand niet in waarde gestegen en gezien de omstandigheden, de vrouw aan de man toch een vergoeding moest betalen omdat de vrouw zich kosten had bespaard. Zij heeft immers geen aannemer in de arm hoeven nemen om het werk te verrichten.
Aan de andere kant kun je je afvragen of het niet logisch is dat in een affectieve relatie je wat voor elkaar over hebt en dat vergoeding voor arbeidsinzet, bijvoorbeeld het verven van het huis, dan niet wat ver gezocht is. Hier kijkt de rechter met name naar wat redelijk en billijk is. Heeft de man zijn werkkracht in het opknappen van de woning gestoken, omdat hij toch nergens anders werk kon krijgen, dan is het maar zeer de vraag of er een vergoeding moet komen voor die arbeidsinzet. De Hoge Raad heeft ooit in een arrest geoordeeld dat die werkkracht niet voor vergoeding in aanmerking kwam.
Anders kan men oordelen als de man fijn het huis heeft verbouwd, de huishouding heeft gedaan en daardoor zijn brood niet buitenshuis heeft kunnen verdienen, terwijl zijn partner wel mooi een carrière heeft kunnen opbouwen. Bij het verbreken van de samenwoning heeft zij dan ondertussen een mooi inkomen, een goede baan en houdt haar door de verbouwing mooi in waarde gestegen huis, terwijl hij op straat staat met niets.
Wat te doen? Heel simpel: volg het oude bekende gezegde van "voorkomen is beter dan genezen" en maak samen een goed samenwoningscontract.