In een recente uitspraak van de Rechtbank (te vinden onder: ECLI:NL:RBNHO:2022:5929), speelde het geval waar een samenlevingsrelatie was beëindigd en beide partners erover twistten of de vrouw nog recht had op vergoeding van de € 400.000 die zij meer in hun gezamenlijke woning had gestoken dan haar ex-partner.
Dat er regelmatig door één partner meer eigen geld in de gezamenlijk aan te kopen woning wordt gestoken dan de andere partner is iets wat in de praktijk regelmatig voorkomt. Denk bijvoorbeeld aan het van je ouders mogen ontvangen van de jubelton, die volgend jaar nagenoeg gaat verdwijnen. Of dat je meer eigen spaargeld in jullie woning hebt gestoken tijdens de verbouwing of je hebt de overwaarde van je vorige woning in de gemeenschappelijke woning gestoken. Het kan ook zijn dat jij gewoon meer verdient dan je partner en hierdoor meer aflost op de gezamenlijke hypothecaire geldlening.
Niets aan de hand.
Zolang de relatie goed loopt, is er eigenlijk niets aan de hand. Problematisch kan het worden als je niets hebt geregeld over het vergoed krijgen van het meerdere wat jij hebt betaald en er vijf jaren zijn verstreken nadat jij je eigen geld in de woning hebt gestoken.
Samenlevingscontract wel goed geformuleerd?
Bij het kopen van een huis door samenwonende partners wordt vaak ook een samenlevingscontract gesloten om elkaar om meerdere redenen goed te beschermen en goede regelingen te treffen voor elkaar. Zie mijn eerdere rubrieken hierover op onze website www.rientjesnotariaat.nl.
Ook spreekt men vaak een zogenaamd vergoedingsrecht af. Dit houdt in dat de partner die meer in de woning heeft gestoken dan de andere partner, voor het meerdere een vordering op de ander heeft. Deze vordering dient te worden uitbetaald bijvoorbeeld bij het verkopen van de woning of als de relatie wordt beëindigd.
Ook kan worden afgesproken dat degene die meer in de woning heeft gestoken, voor dat meerdere meedoet in de waardeontwikkeling van de woning. Wij noemen dit ook wel het meerwaardebeding. Maar ook hier moet je opletten dat als jij degene bent die meer in de woning heeft gestoken, dat dit meerdere jou ook tijdig toekomt.
Vijf jaren verstreken.
In de eerder aangehaalde Rechtbankzaak stond in het samenlevingscontract "Deze vordering is opeisbaar bij vervreemding van de woning en bij beëindiging van de samenleving". De woning waar het hier over ging is in 2012 verkocht. Mevrouw had toen het geld dat zij teveel in de woning had gestoken ten opzichte van meneer van hem kunnen opeisen of meneer een schuldbekentenis aan haar daarvoor kunnen laten tekenen. Dit heeft zij niet gedaan. Hierdoor is op grond van de wet haar vordering op haar ex-partner in 2017 verjaard. Mevrouw kon volgens de Rechtbank geen aanspraak meer maken op haar vergoedingsrecht. Zij is zo de door haar gefinancierde tonnen kwijtgeraakt. Een sneue zaak voor haar.
In het samenlevingscontract had moeten staan dat de vordering bij het niet opeisen daarvan, pas verjaart als de relatie wordt beëindigd en dan pas bijvoorbeeld na verloop van twee jaren na de beëindiging van de relatie. Na twee jaar willen partijen wel eens een keer hun onderlinge zaken hebben afgewikkeld. Vijf jaar wordt dan vaak als te lang ervaren. Verjaring tijdens de relatie moet eigenlijk worden voorkomen.
Niet alleen bij samenwoners!
Wat ik hiervoor heb aangegeven bij samenwoners over de verjaring van de vordering, geldt ook bij gehuwden en geregistreerd partners, ongeacht of zij voorwaarden hebben gemaakt of niet. Het enige verschil is dat tussen echtgenoten en geregistreerd partners de lopende verjaringstermijn wordt verlengd tot zes maanden na het ontbinden van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap.