Als je partner of echtgenoot een langstlevende testament heeft gemaakt, dan voel jij je als langstlevende goed verzorgd achtergelaten. Want dat is toch de bedoeling van zo’n testament? Je denkt verder niets te hoeven doen. Als jij komt te overlijden komt alles wat er nog over is dan pas aan de kinderen toe. Sterker nog, als je alles opmaakt, heeft de notaris nog gezegd, is het “op is op”. Dan hebben de kinderen pech. Hun erfdeel tussentijds opeisen heeft ook geen zin, want jij als langstlevende moet immers goed beschermd worden tegen de positie van de kinderen. De kinderen moeten eigenlijk wat hun erfdeel betreft maar zo lang in de erfrechtelijke wachtkamer blijven zitten totdat de langstlevende is overleden.
Maar dit is niet altijd zo. Het ene langstlevende testament is namelijk het andere niet. Kijk dat testament goed na voor wat betreft de daarin opgenomen opeisbaarheidsgronden voor de kinderen. Wat heeft erflater eigenlijk voor wensen weergegeven in dat testament?
Rechtbank uitspraak: op is niet op!
Waar ging het hier over. Een erflaatster heeft haar samenwonende partner benoemd tot enig erfgenaam. Verder heeft zij aan haar kinderen de gehele nalatenschap gelegateerd in de vorm van niet opeisbare geldvorderingen. Dit maakte de afwikkeling van de nalatenschap gemakkelijk, want de langstlevende partner kreeg alles. Het enige dat wél gedaan moest worden was het vaststellen van de hoogte van die vorderingen. Dit laatste wordt bij langstlevende testamenten helaas vaak vergeten en kan onbedoeld later een hoop gedoe geven. In deze zaak waren de vorderingen wel vastgesteld.
In het testament stond dat de kinderen uit hun erfrechtelijke wachtkamer konden kruipen als de partner “in aanmerking komt voor financiële steun van overheidswege omdat zijn inkomsten niet (meer) toereikend zijn voor de voorziening in de kosten van levensonderhoud en hij, voordat hij aanspraak kan maken op deze steun, moet interen op zijn vermogen”. Met andere woorden: als de partner eerst de erfenis zou moeten opmaken voordat hij in aanmerking komt voor bijvoorbeeld een bijstandsuitkering, dan moet hij eerst uitkeren aan de kinderen of hij moet aan de kinderen voldoende zekerheid bieden dat zij toch hun vorderingen kunnen krijgen.
Twee van de vier kinderen eisten hun legaten op omdat de partner 1,5 jaar lang op het vermogen van hun moeder had moeten interen omdat hij zelf geen inkomen had en ook er geen eigen huis was waarop hij een hypothecaire lening zou kunnen regelen.
De partner wilde via een levensverzekering op zijn leven regelen dat de kinderen bij zijn overlijden alsnog hun erfdelen zouden kunnen krijgen. De kinderen vonden dit onvoldoende zekerheid, want als hij zou vergeten de premies te betalen, dan hadden zij nog niets. De kinderen maakten zich zorgen over de uitgaven uit de nalatenschap door de partner.
De rechtbank gaf de kinderen gelijk. Het was niet de bedoeling van de erflaatster dat haar partner kon interen op de legaten van de kinderen. Het was juist haar bedoeling dat haar partner kon leven van de opbrengsten van haar nalatenschap. De partner wordt dan ook door de rechtbank veroordeeld om de vorderingen van de kinderen te voldoen.
Bedoeling goed vastleggen
Enigszins erg zuur voor de partner, maar check uw testamenten of daarin uw bedoelingen goed zijn weergegeven. Zeker bij oudere testamenten!