Als verwacht wordt dat moeder als langstlevende ouder niet meer lang te gaan heeft, dan kom je wel eens tegen dat een kind snel geld van de rekening doorstort om verschillende redenen. Denk bijvoorbeeld aan het pogen het geld uit het zicht van de fiscus te houden vanwege de erfbelasting of geld achterhouden om de uitvaart te betalen omdat de bank de rekening zal blokkeren. Verder verneem ik ook wel eens dat een kind vindt dat deze nooit goed beloond is geweest voor alles wat deze als mantelzorger voor moeder heeft betekend ten opzichte van diens broers en zusters. Een mooi bedrag op de eigen rekening storten is dan wel erg aanlokkelijk. Herkenbaar?
Niet pluis gevoel.
Bij het niet pluis gevoel dat dit ongetwijfeld teweeg brengt, kom ik dit soort situaties regelmatig in de praktijk tegen. Maar helpt dat wegsluizen wel?
Als er binnen 180 dagen voor het overlijden wordt geschonken, dan geldt voor de erfbelasting dat het weggeschonken bedrag tóch tot de nalatenschap behoort en belast wordt met erfbelasting. Het snel wegschenken van waardevolle goederen, tja, dat wordt wel een lastige voor de fiscus. Daarvoor speelt bij het bewust wegsluizen dan zoiets als "het geweten".
Voor het betalen van de uitvaart is vaak een afspraak met de bank te maken. Deze is over het algemeen bereid om die rekening te voldoen uit moeders tegoed. Ook kan moeders bankrekening vrij vlot worden gedeblokkeerd met behulp van een verklaring van erfrecht van de notaris. Kortom, het is niet strikt noodzakelijk om het geld van moeders rekening te halen.
Stiekem wegschenken.
Onlangs heeft het Hof een uitspraak gedaan in een zaak waar een dochter € 150.000 had overgemaakt van vaders bankrekening naar die van haar en haar kinderen. Vader verkeerde in zijn laatste levensfase. De dochter regelde de laatste tijd een aantal bankzaken van vader. Na zijn overlijden stelden twee andere erfgenamen dat zij misbruik van vaders situatie had gemaakt. Vastgesteld werd dat vader vanaf 2009 een afnemende geestestoestand had die mede was ontstaan door zijn alcoholisme. Vader was een afhankelijk man geworden die in 2014 zijn handelen met betrekking tot zijn vermogen niet kon overzien. Het Hof vond dat de dochter had kunnen weten van zijn geestelijke afhankelijkheid van haar. De dochter had zelf ook aangegeven dat vader van haar zorg afhankelijk was. De dochter behartigde zijn belangen als zaakwaarnemer. Het Hof vond dat van de dochter verlangd had mogen worden dat als vader aanzienlijke bedragen aan haar had willen schenken, zij daarbij een notaris had moeten inschakelen die dan met vader onder vier ogen had kunnen spreken om toetsen of het wel de wens van vader was om zulke grote bedragen aan de dochter over te hevelen. Het Hof heeft aan de dochter nu opgedragen om te bewijzen dat de schenkingen niet door misbruik van omstandigheden tot stand zijn gekomen. Ik ben benieuwd of haar dit zal lukken!